Studiegids
Home • Studiegids • Schema • Lesrooster • Modules • Reglement
1. BIJBEL
1.1. Oude Testament.
1.2. Nieuwe Testament
1.3 Judaïca
2. KERK
2.1. Kerkgeschiedenis
2.2. Geloofsleer
2.3. Wereldchristendom.
3. SAMENLEVING
3.1. Religies en
levensbeschouwingen
3.2. Maatschappelijke oriëntatie
3.3. Christendom, cultuur en
media
4. IN GESPREK
4.1. Filosofie
4.2. Ethiek
4.3. Hermeneutiek
5. ONDERWIJS
5.1. Didactiek
5.2. Ontwikkelingspsychologie
5.3.
Algemene pedagogiek & Pedagogiek Bijzonder Onderwijs
5.4. Godsdienstpedagogiek en
deontologie
5.5. Muzische Vorming
5.6. Stage
1.
BIJBEL
1.1. Oude Testament Philippe Beukenhorst
a. Leerdoelen.
Inzicht verwerven in de ‘eigen’
structuur van het Oude Testament (Tenach = Tora – Nevi’im – Ketubim) en in
de blijvende boodschap van het Oude Testament voor mensen vandaag.
b. Inhoud.
Met de volgende onderwerpen aangaande het Oude
Testament wordt kennisgemaakt:
- Een overzicht van de inhoud van de
oudtestamentische boeken met een analyse van enkele markante hoofdstukken.
- De verhouding tussen Oude en Nieuwe Testament.
- De achtergrond van de canon van het Oude
Testament. - Een
kennismaking met het Hebreeuws.
- Het eigen karakter van de ‘geschiedenis’ en de
‘aardrijkskunde’ van Israël.
- Het wetenschappelijk onderzoek van het Oude
Testament. - Het
aanleren van enkele liederen.
c. Didactische werkwijze.
Hoor- en discussiecollege.
d.
Leermiddelen.
HIPGO-cursus OT van de lector, samengesteld uit
divers materiaal (boeken, tijdschriften, eigen geschreven materiaal) en de bijbel. L
iteratuurlijst:
R.C. Musaph-Andriese,
Wat na de Tora kwam: Rabbijnse literatuur van Tora tot Kabbala, Ten Have, Baarn.
M.G.C. Vervenne
& H. Jagersma,
Inleiding in het Oude Testament: deel 1-3, Kok, Kampen.
e.
Evaluatie.
Na ieder jaar schriftelijk of mondeling examen over de leerstof.
Contacturen |
|
Studiepunten |
A-B-C jaar: 9 woensdagen |
|
8 |
1.2. Nieuwe Testament Daniel De Waele
a. Leerdoelen.
Inzicht verwerven in de wijze waarop de
geschriften van het Nieuwe Testament gegroeid zijn rondom de persoon en
boodschap van Jezus Christus en dit tegen de politieke, sociale en
religieuze achtergrond van die tijd.
b. Inhoud.
- Geschiedenis: de Perzische, hellenistische
en Romeinse periode.
- Religieus en sociaal leven in Palestina en
in de Grieks-Romeinse wereld.
- Ontstaan en groei van de
nieuwtestamentische geschriften en canon.
- Overzicht van de nieuwtestamentische
boeken. -
Boodschap en leven van Jezus zoals dat door de evangelisten en Paulus
wordt verkondigd.
- Zoektocht naar de historische Jezus
(kindheidsverhalen, zending, houding t.o.v. de joodse wet, Jezus als
Messias).
c. Didactische werkwijze.
Hoor- en discussiecollege.
d. Leermiddelen.
- Bijbel
- HIPGO-cursussen NT: De wereld van het
Nieuwe Testament, De geschriften van het Nieuwe Testament, Jezus de
Messias. -
‘Geschiedenis van Israël, deel II’, H. Jagersma, Kok, Kampen.
- ‘Social Aspects of
Early Christianity’, A.J. Malherbe, Philadelphia.
f. Evaluatie.
Na elk cursusjaar een schriftelijk examen of
taak over de leerstof.
Contacturen |
|
Studiepunten |
A-B-C jaar: 9
woensdagen |
|
8 |
1.3 Judaïca Danny Rouges
Leerdoelen.
Algemeen: de eigen
geschiedenis van het jodendom, van vroeger tot nu
is ook voor
christenen
belangrijk omdat de christelijke kerken zich in de geschiedenis probeerden te definiëren door zich af te zetten tegen het Jodendom. Meer dan ooit – o.a. door het vandaag ter beschikking staan van eigen Joods materiaal in literatuur en websites - komt het Jodendom zelf in het zicht.
Deze kennismaking kan ons ook helpen om ook zelf
dieper
te graven.
leerdoelen:
De studenten
oriënteren zich in
de
geschiedenis van het Jodendom.
De studenten maken kennis met de waarden
die het jodendom
zichzelf heeft
eigen gemaakt
in de lange bewogen geschiedenis, waarin men ondanks alles trouw aan de bijbel wilde blijven.
De studenten bevragen het eigen christelijk geloven door zich te laten toetsen door een andere manier van omgaan met de bijbel.
a. Inhoud.
Volgende onderwerpen komen aan bod:
In het A-jaar:
- De politieke geschiedenis van de bijbel.
- Hoe groeit het jodendom?
- De groepen in het jodendom.
- De praktische regeling van het jodendom in België.
- Kennisname van de bibliografie.
- De eigenheid van het Hebreeuws.
In het B-jaar :
- Het liturgisch jaar met de kalender van feest- en treurdagen.
- Een leven trouw aan de thora.
b. Didactische werkwijze.
Hoorcollege met mogelijkheid tot gesprek over het thema. Bezoek in het A-jaar aan een synagoge, met uitleg van de rol in de geschiedenis, de functie en de symboliek van het gebouw, met nabespreking.
c. Leermiddelen.
In het A-jaar:
HIPGO-cursus en K.A.D. Smelik: ‘Herleefde Tijd. Een joodse geschiedenis’, Acco, Leuven, 2004.
In het B-jaar:
A. van der Heide: Het Jodendom, Kok, Kampen, 20053
W. Zuidema: ‘Gods Partner’, Ten Have, Baarn, 19926.
S. Brachfeld: ‘Onze joodse buren’, Houtekiet, Antwerpen, 2000.
d. Evaluatie.
A-jaar: een mondeling examen over de cursus en het boek van prof. Smelik, met evaluatie van een eigen derde bron van informatie.
B-jaar: een mondeling examen over de inhoud van de boeken van dr. Zuidema en dr. van der Heide en over de besproken thema’s.
Contacturen |
|
Studiepunten |
A-jaar: 2 woensdagen B-jaar: 3
woensdagen |
|
5 |
2. KERK
2.1. Kerkgeschiedenis
Dick Wursten
a.
Leerdoelen.
De studenten ontdekken dat geschiedenis hen plaatst in een proces waarin ze zelf betrokken zijn
(en waarin zij de leerlingen zullen betrekken).
De studenten
oefenen de 'historische blik'.
De
studenten kennen de grote lijnen van de kerkgeschiedenis in het algemeen
en Belgie in het bijzonder.
De studenten
kunnen inzoomen op de eigenaardigheden van het protestantisme.
b.
Inhoud.
De geschiedenis van het christendom.
Hoofdlijnen nodig als kapstok. Echter: niet data en feiten, maar het gebeuren
en hoe het
doorwerkt,
vormt de inhoud.
Geschiedenis
klinkt als 'verleden tijd', maar is een eigentijdse 'narratieve
constructie', met een sterke identitaire en ideologische ondertoon.
De drie grote periodes worden behandeld:
- de Latijnse periode of de geschiedenis tot
aan de Reformatie (A-jaar),
- de Reformatie: het ontvoogdingsproces van
de 16e eeuw waarin de kerk haar plaats heeft (B-jaar)
- het Protestantisme in onze streken. (A-en
B-jaar)
c.
Didactische werkwijze.
Hoorcollege, onderwijsleergesprek, opdrachten en discussie.
d.
Leermiddelen.
De cursus is een inleiding op wat er in
talloze
boeken en publicaties te vinden is
en bevat op zich geen nieuws. Wel wordt de student zo geinformeerd dat hij
in het vele materiaal op verantwoorde wijze zijn weg kan vinden en ook kaf
van koren kan onderscheiden. Enkele bronnen:
Tim Dowley,
Handboek van de
kerkgeschiedenis (vele edities, ook Engels)
O.J. de Jong,
Kerkgeschiedenis
O.J. de Jong,
Nederlandse kerkgeschiedenis
Voor Luther:
https://luther.wursten.be
G. Blokland,
Geloof alleen! Protestanten in België: een
verhaal van 500 jaar (Garant
uitg. 2016 - herdruk 2017)
e.
Evaluatie.
A jaar: taak. De student kiest zelf een onderwerp
(persoon)
uit de geziene stof
en schrijft hierover een werkstuk.
B jaar: examen over Luther (cursus) en de Belgische kerkgeschiedenis (capita
selecta uit G. Blokland, Geloof alleen!
hoofdstuk 11-16, pp. 189-275).
Contacturen |
|
Studiepunten |
A-B jaar: 4 woensdagen |
|
4 |
2.2. Geloofsleer Eddy Van der Borght
a. Leerdoelen.
Inzicht verwerven in de belangrijkste thema’s van de christelijke geloofstraditie die, op basis van de bijbelse verkondiging, vorm gekregen hebben binnen de protestants-christelijke traditie.
b. Inhoud.
De volgende vragen staan hierbij centraal:
- Wie of wat bedoelen we als we over ‘God’
spreken? - Wat
zeggen we in feite als we God ‘Schepper’ noemen?
- Waarom belijdt de christelijke kerk dat
Jezus van Nazareth de ‘Zoon van God’ is ?
- Wat is de betekenis van de Heilige Geest?
- Wat is het belang van de christelijke
geloofsgemeenschap?
- Wat is de inhoud van de christelijke leer
over ‘ de laatste dingen’?
- Wat bedoelen we als we de bijbel ‘het Woord
van God’ noemen?
c. Didactische werkwijze.
Als voorbereiding opgegeven delen lezen die tijdens de colleges besproken worden.
d. Leermiddelen.
‘Christelijke Theologie. Een introductie’, Alister McGrath, Kampen (Kok), 1997, 2de druk of later. ISBN 90 242 7803 1.
‘Christelijk geloof’, Dr. H. Berkhof, Callenbach, Nijkerk.
[G. van den Brink en C. van der
Kooi, 'Christelijke dogmatiek: een inleiding' (Zoetermeer:
Boekencentrum, 2012) - capita selecta]
e. Evaluatie.
Deel 1: een mondeling openboek examen.
Deel 2: een scriptie op basis van een vergelijking van een bijbelgedeelte in diverse kinderbijbels.
Contacturen |
|
Studiepunten |
A-B jaar: 4 woensdagen |
|
4 |
2.3.
Wereldchristendom. Huub Vogelaar
(per 2017 ingevoerd als nieuw vak. Gastdocenten)
a. leerdoelen
Inzicht verwerven in manifestaties van het
christendom in Afrika, Zuid-Amerika en Azië.
Verstaan hoe theologische ontwerpen
verbonden zijn met cultuur en sociaal-maatschappelijke contexten
Kunnen omgaan
met diversiteit binnen het christendom in het algemeen en het protestantisme in
het bijzonder.
b. inhoud/achtergrond
De huidige groei van het christendom vindt
met name plaats buiten Europa (in Afrika, Azië en Latijns Amerika). Steeds nadrukkelijker
bepalen dus niet Westerse vormen van Christendom het beeld van het
christendom, ook in België. Eerst wordt de
algemene kennis over de geschiedenis en de diversiteit van het
wereldwijde christendom aangebracht/verdiept aan de hand van thema's, zoals bekering, inculturatie, hybriditeit/syncretisme, postkolonialisme en
globalisering. Aan bod komen orthodoxe (Oosters/Oriëntaals), katholieke,
protestantse en evangelische/pentecostaalse varianten van het Wereldwijd
christendom.
c. Methode:
onderwijsleergesprek, groepsdiscussies,
tekstlezing, internetonderzoek, case-studies... (presentatie door studenten?)
d. Evaluatie:
- deelname aan de colleges, discussies en opdrachten (60%).
- scriptie over case studie (40%).
Contacturen |
|
Studiepunten |
C-jaar 3
woensdagen |
|
3 |
3. SAMENLEVING
3.1. Religies en
levensbeschouwingen
Jart Voortman
a. leerdoelen
Kennismaking met andere levensbeschouwingen in
hun uitgangspunten en diversiteit. De bedoeling is dat de studenten kunnen
invoelen waarom mensen andere keuzes maken dan de protestants-evangelische.
b. inhoud De
plaats van levensbeschouwing in de samenleving tegen de achtergrond van de gezamenlijke projecten
in het kader van de interlevensbeschouwelijke competenties (ILCs).
1. Bespreking atheïsme en secularisatie. Dit
onderwerp sluit aan bij de richting NCZ
Verschillende vormen van atheïsme worden besproken.
Overzicht van thema’s in de
discussie tussen theïsten en atheïsten etc.
2. De islam.
Analyse van de wijze waarop in de Koran met de
Bijbel wordt omgegaan.
Beschrijving van de mate waarin de veroveringen
van de Islam gewelddadig waren in de tijd van Mohammed en erna.
Een moslimdeskundige wordt in de gelegenheid
gesteld een reactie te geven.
c. didactische werkwijze
Toelichting op het aangeboden lesmateriaal,
uitwisseling en opdrachten in kleine groepen, vertoning van een
documentaire, debat.
d. leermiddelen
HIPGO-cursussen
- interlevensbeschouwelijke competenties
- atheïsme en secularisatie
- Islam
e. evaluatie
deelname aan de colleges.
Bij het onderwerp Islam (C-jaar) wordt gevraagd een
samenvatting te maken en op bepaalde punten een eigen visie te schrijven.
Contacturen
|
|
Studiepunten
|
B-jaar: 1 woensdag C-jaar: 2 woensdagen
|
|
2
|
3.2.
Maatschappelijke oriëntatie
Jart Voortman
a. leerdoelen
De studenten beseffen dat maatschappelijke
thema’s een onderdeel zijn van de ethische bewustwording bij
hun leerlingen.
b. inhoud
Oorsprong van de moderne 'westerse waarden'.
Invloed van christelijk geloof, de Verlichting?
De rol van de kerk in de samenleving in de
19e eeuw. De rol
van de kerk in de samenleving in de 20e eeuw: Karl Barth, Dietrich
Bonhoeffer. Vragen
en dilemma’s bij christelijke politiek.
Op zoek naar een algemeen begrip van goed en kwaad
c. didactische
werkwijze
Onderwijs leergesprek, bespreking van casussen en leesteksten in
groepsverband, toelichting materiaal en discussie.
d. leermiddel
- HIPGO-cursus De
christen in de maatschappij
e. evaluatie
- deelname aan het college
- maken van een samenvatting aangevuld met een
uitgewerkte opinie
Contacturen |
|
Studiepunten |
A-jaar: 1
woensdag |
|
1 |
3.3. Christendom,
cultuur en media
Anne-Gera Los,
Dick Wursten
concept
a. leerdoelen
De cultuurvormende rol van het christendom en de bijbel kennen en kunnen duiden, christelijke
en niet-christelijke kunstuitingen kunnen waarderen, mediawijsheid verwerven.
b. inhoud
De culturele erfenis (erfgoed) van de brede christelijke traditie;
Waardering voor de bijbel als 'boek'. Actuele presentie van het
christendom in diverse vormen van (niet enkel hoge)cultuur; Wat is het
belang van (hoge en lage) cultuur in het algemeen voor mensen.
Bewustzijn van de impact die media hebben op de samenleving (incl. digitale
revolutie en sociale media)
c. didactische werkwijze
Bespreking van voorbeelden
d. leermiddelen
e. evaluatie
taak of presentatie
Contacturen |
|
Studiepunten |
B-C
jaar: 2 woensdagen |
|
2 |
4. IN GESPREK
4.1. Filosofie Dick Wursten
a.
Leerdoelen.
Kennismaken met de filosofie
(geschiedenis, vragen)) en oefenen in filosoferen.
b.
Inhoud.
Kennismaking:
- Een algemene inleiding: ‘wat is filosofie?’ en ‘waartoe dient filosofie?’
- Geschiedenis van het ontstaan van de filosofische vraag en de ontwikkeling ervan tot aan Socrates.
Oefenen:
- Schematisch overzicht van de ‘vragen’ die in de filosofie aan de orde komen en de verschillende wijzen waarop deze behandeld werden en worden.
- Samen lezen en bespreken van enkele korte filosofische/ethische teksten.
c.
Didactische werkwijze.
Hoorcollege, leergesprek, gezamenlijke tekstlezing en groepsgesprek.
d.
Leermiddelen.
Gekopieerde overzichten en filosofische teksten.
‘Geschiedenis van d filosofie’, H.J.Störig (2delen, Prisma).
‘Beknopte geschiedenis van de wijsbegeerte’, B.
Delfgaauw & F.
van Peperstraten.
‘De wereld van Sofie’, J.Gaarder, Antwerpen, 1994.
e.
Evaluatie.
Taak: samenvatting van een gelezen boek
- Klassieke filosofie
(A-jaar).
Mondeling examen
in het B-Jaar
over de leerstof en ‘Over nut en nadeel van het denken voor het leven’, Konrad Paul Liessmann, Lemniscaat 1999.
Contacturen |
|
Studiepunten |
2 woensdagen |
|
2 |
4.2.
Ethiek
Ernst Veen
a.
Leerdoelen.
Kennismaken met de christelijke
ethiek (is ‘dienen’ het proprium van bijbelse/christelijke ethiek?)
Kunnen
onderscheiden
tussen
meta-ethiek, normatieve en praktische ethiek.
Kennis verwerven van het ethisch
vocabulaire (waarde en norm, neiging en plicht, imperatief en wet, zijn en
moeten e.d.).
Inzicht verkrijgen in verschillende
ethische benaderingen, zoals utilisme en postmodernisme.
b.
Inhoud.
Inhoudelijk worden de doelstellingen
verwezenlijkt aan de hand van:
-
werk van Dietrich Bonhoeffer,
-
gerechtigheid als casus (de bijbel over gerechtigheid en gerechtigheid volgens
het neoliberalisme),
-
‘Europa’: economisch continent of nieuwe waardengemeenschap in de maak?
c.
Didactische werkwijze.
De lector geeft steeds een (korte)
introductie, leest teksten met de studenten, behandelt een casus (bijvoorbeeld
uit de gezondheidszorg) en leidt de discussie.
d.
Leermiddelen.
Teksten uit bijbel, boek, artikel,
video, bord, werkoefeningen en ervaringen van de studenten.
‘De Bergrede. Steunpunt van de
vrijheid’, M. den Dulk, Meinema, Zoermeer, 2001.
‘Christelijke ethiek. Een inleiding
met sleutelteksten’, G.G. de Kruijf, Meinema, Zoetermeer, 1999.
‘Odyssee van de vrijheid. Ethiek
voorbij de tweespalt’, Jurjen Wiersma, Damon, Budel, 2001.
‘Goede machten. Ethiek in een boze en
broze wereld’, Jurjen Wiersma, Damon, Budel, 2004.
‘Een
wiel dat draait. Ethiek en identiteits(her)vorming’,
Jurjen Wiersma, Skandalon, Vught 2007.
e.
Evaluatie.
1° Een persoonlijk verslag door elke
student over de leerroute die werd afgelegd.
2° De student krijgt een casus mee en
de opdracht om deze ethisch te belichten, waarna bespreking volgt in de groep.
Contacturen |
|
Studiepunten |
B-jaar: 1
woensdag
C-jaar: 2 woensdagen |
|
3 |
4.3. Hermeneutiek Dick Wursten
a.
Leerdoelen.
Ontdekken dat van de woorden van een zin naar de zin van de woorden een lange weg loopt, waarop allerlei historische, levensbeschouwelijke en persoonlijke factoren een rol spelen,
met speciale focus op de manier waarop dit voor bijbelverhalen geldt.
b.
Inhoud.
-
Overzicht van de oudkerkelijke en reformatorische opvattingen over de verschillende niveau’s van de uitleg van een geïnspireerde tekst.
-
Duiden hoe
de boodschap (betekenis, waarheid) van een tekst mede bepaald wordt door de historische omstandigheid waarin de uitleg van
een
tekst plaatsvindt.
- Inzicht in de basisinzichten van de hermeneutiek als mens-wetenschap
(Dithey, Gadamer)
c.
Didactische werkwijze.
Hoorcollege, leergesprek, gezamenlijke tekstlezing en groepsgesprek.
d.
Leermiddelen.
HIPGO-cursus (teksten uit verschillende bronnen en de bijbel).
Hermeneutisch overzicht: ‘Sleutel en slot’, H.W. De Knijff, Kok-Kampen 1980.
‘Woorden tegen willekeur’, H.W.De Knijff, Kok-Kampen, 1989.
‘Einführung in die Hermeneutik’, E.Seiffert, Tübingen, 1992.
e.
Evaluatie.
A-jaar: taak B-jaar:
Mondeling examen over
opgegeven leerstof (cursus).
Contacturen |
|
Studiepunten |
A-B jaar: 2 woensdagen |
|
2 |
5. ONDERWIJS
5.1.
Didactiek
Elke Clotman,
Herman Aerts (?)
a. Leerdoelen.
De studenten kunnen een lesvoorbereiding
uitwerken, de verschillenden deelelementen van deze lesvoorbereiding
verantwoorden en de deelvaardigheden in de onderwijsleerpraktijk
toepassen. De studenten hanteren de modellen bij hun voorbereidingen. De
studenten kennen de regelgeving van het godsdienstonderwijs en de
structuur met de richtlijnen van het PEGO.
b. Inhoud.
De volgende onderwerpen worden besproken en
ingeoefend: -
De spelers in het onderwijs.
- De Taxonomie van doelstellingen van De
Block. - De
didactische basisprincipes en methodes.
- De lesopbouw en de vakdidactiek.
- De leerplannen.
c. Didactische
werkwijze. Van
ieder onderdeel wordt eerst de theorie gegeven, gevolgd door een korte
inoefening tijdens de les. Er worden telkens inoefentaken opgegeven, die
in de volgende les worden besproken.
d.
Leermiddelen.
H. Aerts, ‘De
uitdaging van de didactiek’.
Leerplannen PEGO.
‘Inleiding tot de Algemene
Didactiek’, A.De Block & J.Heene, Antwerpen, Standaard uitgeverij, 1997.
De taken en lesvoorbereidingen
worden in de lespraktijk toegepast en dan opnieuw geëvalueerd. Er wordt
tevens een stageboek bijgehouden.
e.
Evaluatie.
Tijdens de lessen krijgen de
studenten 4 taken over het formuleren van lesdoelen, de didactische basisprincipes en
methodes, en het maken van een lesvoorbereiding. Op het examen wordt de
voorbereiding van een lessenreeks besproken en geëvalueerd.
Contacturen |
|
Studiepunten |
A-B-C jaar: 6
woensdagen |
|
8 |
5.2.
Ontwikkelingspsychologie Talitha Verheye
a.
Leerdoelen.
De studenten kunnen de
psychologische basisbegrippen uitleggen zodat het zelfstandig lezen van een
psychologisch werk mogelijk wordt.
De studenten hebben inzicht in
het gedrag van kinderen en jongeren en spelen er adequaat op in. Zij
verwerven inzicht in het gedrag van volwassenen en kunnen zichzelf als
leerkracht in de klas bevragen en een plaats geven.
b.
Inhoud.
Volgende thema’s worden besproken:
- De verschillende grote stromingen binnen de
psychologie. -
De discussie erfelijkheid tegenover milieu. Het begrip intelligentie.
- Verschillen tussen culturen.
- De ontwikkeling van kind en tiener.
- Sociale interactiepatronen, o.a. met
meisjes en jongens.
- Persoonlijkheidspsychologie vroeger en nu.
c.
Didactische werkwijze.
Doceren en leergesprek,
observaties en artikels lezen en bespreken
Toepassingen vanuit de
psychologie naar de didactiek uitwerken dmv. stageopdrachten.
d.
Leermiddelen.
Cursus met artikels.
‘Ontwikkelingspsychologie’,
F.J.Mönks & A.M.P.Knoers,
Van Gorcum & Comp, Assen, 1997.
‘Kindertijd. Kinderen en ouders
over de leefsituatie van kinderen op lagere schoolleeftijd in Vlaanderen’,
B.Van den Bergh, Garant, Leuven, 1997.
e.
Evaluatie.
Opdracht: een boek samenvatten en
bespreken in het kader van de ontwikkelingspsychologie.
Observaties van kinderen, en een
artikel bespreken dat bijdraagt tot meer inzicht in de taak van de student
als leerkracht PEGO.
Contacturen |
|
Studiepunten |
A-jaar: 2 woensdagen
B-jaar: 1
woensdag |
|
2 |
5.3.
Algemene pedagogiek & Pedagogiek Bijzonder Onderwijs
Dick Wursten &
Robert Goemaere
a.
Leerdoelen.
De studenten kunnen enkele
pedagogische basisbegrippen, diverse pedagogische situaties en relaties
bespreken. Zij wenden de verworven kennis aan in de klassituatie en kunnen
zichzelf als opvoeder situeren. Zij verwerven kennis en inzicht in het
functioneren van het Bijzonder Lager Onderwijs.
b. Inhoud.
Volgende thema’s worden besproken:
- Wat is opvoeding ?
- De opvoedingsrelatie.
- Verschillende pedagogische milieus.
- Belangrijke pedagogen.
- Structuur en werking BLO met beknopte
historiek. -
Orthodidactiek en het welbevinden van de leerlingen bevorderen.
c.
Didactische werkwijze.
Onderwijsleergesprek,
schoolbezoeken en artikels lezen en bespreken.
Bespreken van beeldmateriaal en
behandelen van enkele casussen.
Inzichten vanuit de pedagogiek
toepassen in de didactiek dmv. stageopdrachten.
d.
Leermiddelen.
Cursus, beeldmateriaal, besproken
artikels en casussen.
‘Inleiding in de
godsdienstpedagogiek’, A.K.Ploeger, Kok, Kampen, 1993.
‘Zin in leven.
Godsdienstdidactiek voor het lager onderwijs’, J.Bulckens & B.Roebben, Acco,
Leuven, 2001.
e.
Evaluatie.
Opdracht: een bezoek afleggen aan
een school die zich baseert op een bijzondere pedagogische visie, aan een
BLO of aan een bijzondere instelling voor kinderen met een handicap.
Bespreken van dit bezoek, aangevuld met een samenvatting over een door de
student zelf gekozen artikel.
Samenvatting en bespreking van
een boek over een voor het PEGO relevant onderwerp.
Lesvoorbereidingen BLO en
stageopdrachten LO en BLO.
Bij de beoordeling van deze competentie wordt vooral gelet op de verwerking
van de stof in de lesvoorbereidingen en de scriptie.
Bij dit vak
Contacturen |
|
Studiepunten |
B-jaar 1 woensdag
C-jaar 2
woensdagen
(o.a. BLO) |
|
5 |
5.4.
Godsdienstpedagogiek en deontologie
Dick Wursten
-
Geloofsopvoeding.
-
Verschillende opvattingen over
levensbeschouwelijk onderwijs
Teaching about/from/into
religion
-
-Interlevensbeschouwelijk
onderwijs
-
- Algemene onderwijsdeontologie, specifieke
deontologie PEGO
d. leermiddelen
‘Zin in leven.
Godsdienstdidactiek voor het lager onderwijs’, J.Bulckens & B.Roebben, Acco,
Leuven, 2001.
'Godsdienstpedagogiek, Dimensies en spanningsvelden ', E.T.
Alii (Meinema, Zoetermeer, 2009)
e.
Samenvatting en bespreking van
een hoofdstuk (casus) uit Alii, Godsdienstpedagogiek
Contacturen |
|
Studiepunten |
C-jaar:
2
woensdagen |
|
2 |
5.5.
Muzische Vorming
Erna Modders (en
gastlectoren)
a.
Leerdoelen.
De studenten ontdekken een
gevarieerd aanbod dat de leerlingen blijvend nieuwe dingen binnen de lessen
PEGO laat ontdekken en hen aanzet te genieten van hun muzisch handelen
waardoor hun expressiemogelijkheden verruimen.
Deze werkwijze voegt een
meerwaarde toe aan de leerplannen PEGO.
b.
Inhoud.
Conform de eindtermen Muzische
Vorming, voorgeschreven door het Gemeenschapsonderwijs, worden voor elk
deelgebied toepasselijke doelen geïnventariseerd en bruikbare toepassingen
ontwikkeld.
Beeld: bijbelse
beeldvorming in kunstgeschiedenis, kinderbijbels, contact met visuele en
tactiele voorstellingen in de kunst.
Muziek: de functie van
het lied in de godsdienstles en de bijbel, kennismaking met psalmen,
liturgie en joodse muziek.
Drama: muzisch
taalgebruik via poëzie, verhaal, bibliodrama, poppenspel.
Beweging: mime, kinderdans,
volksdans.
Media: audiovisuele
infoverwerking, computer als hulp bij opzoekwerk en verwerkingsmiddel.
c.
Didactische werkwijze.
Naast een theoretische benadering
wordt vooral gewerkt met toepassingen die bruikbaar zijn binnen de
leerplannen PEGO voor het lager en het secundair onderwijs.
d.
Leermiddelen.
HIPGO-cursus en de leerplannen
PEGO.
‘De grote mens en het kleine
boek’, J.L. Klink, Callenbach, Nijkerk.
‘De Nootzaak’, werkbladen,
info@nootzaak.be.
N.Z.V info@nzv.nl.
e.
Evaluatie.
Bij elk deelgebied wordt een
praktische opdracht opgegeven die wordt uitgewerkt, met documentatie en
materiaal aangevuld, en in de lespraktijk (lesvoorbereidingen en
stageopdrachten) uitgeprobeerd/geëvalueerd.
f. Literatuurlijst
Willem van der Meiden,
Zoo heerlijk eenvoudig. Geschiedenis van de
kinderbijbel.
Hanna van Dorsen,
En dat is zeven. 7 manieren om de bijbel te vertellen
(NZV)
Drs. A.B. Lam,
Het gegeven woord. (verouderd, maar toch nog even
doorgelezen als naslagwerk)
Huub Gerits,
Chagall vertaa(e)lt de Bijbel in kleur.
Chagall et la Bilble.
Musée d’art et d’histoire du Judaisme.
Chagall, Jacob Baal-Teshuva.
Contacturen |
Studie-uren |
Studiepunten |
A-B-C jaar: 6
woensdagen |
|
6 |
5.6.
Stage
Elke Clotman
a. Leerdoelen.
De studenten ontdekken inzicht in
en verwerven vaardigheden bij het lesgeven en functioneren als leerkracht
PEGO, bij de verschillende aspecten van het beroep leerkracht, zowel tijdens
de onderwijsleerpraktijk van de lessen PEGO als binnen het kader van de
school waar men lesgeeft, en binnen het kader van lesgeven in verschillende
scholen.
b. Stages.
A-jaar: Observatiestage:
observatieverslagen en stageboek,
Lesstage:
lesvoorbereidingen en stageboek,
Een bezoek aan
school of instelling.
B-jaar: Lesstage:
lesvoorbereidingen en stageboek,
Proeflessen
bij stagementor met eventueel bijsturende evaluatie.
C-jaar: Een training: in
andere instelling te volgen,
Lesstage + examenlessen:
lesvoorbereidingen en stageboek.
c. Evaluatie.
De stages worden tijdens de
lessen didactiek en muzische vorming besproken en geëvalueerd.
De lesstages worden door de
leerkracht PEGO geëvalueerd, proef- en examenlessen mede door de stagementor
en betrokken lector. Bij de eindevaluatie wordt de inspectie PEGO betrokken.
Stage-uren |
Studie-uren |
Studiepunten |
A-jaar:
20u |
|
5 |
B-jaar:
20u |
|
6 |
C-jaar:
20u + proefles |
|
5 |
|