Home • Studiegids • Schema • Lesrooster • Reglement
Studiegids
THEOLOGIE (algemeen
vormend deel)
1.1. Oude Testament
1.2. Nieuwe Testament
1.3. Judaïca
2.1. Kerkgeschiedenis
2.2. Geloofsleer
3.1.
Levensbeschouwelijke oriëntatie
3.2. Maatschappelijke oriëntatie
4.1. Filosofie
4.2. Ethiek
4.3. Hermeneutiek
ONDERWIJS (Pegospecifieke aanvulling bij elders
gevolgde lerarenopleiding)
5.
Leerplan PEGO, Protestantse godsdienstpedagogiek, Muzische vorming en bijbel
OPMERKING: de
studiepunten die vermeld worden geven een indicatie van het relatieve
gewicht van dit vak binnen de opleiding.
1.
BIJBEL
1.1. Oude Testament Philippe Beukenhorst
a. Leerdoelen.
Inzicht verwerven in de ‘eigen’
structuur van het Oude Testament (Tenach = Tora – Nevi’im – Ketubim) en in
de blijvende boodschap van het Oude Testament voor mensen vandaag.
b. Inhoud.
Met de volgende onderwerpen aangaande het Oude
Testament wordt kennisgemaakt:
- Een overzicht van de inhoud van de
oudtestamentische boeken met een analyse van enkele markante hoofdstukken.
- De verhouding tussen Oude en Nieuwe Testament.
- De achtergrond van de canon van het Oude
Testament. - Een
kennismaking met het Hebreeuws.
- Het eigen karakter van de ‘geschiedenis’ en de
‘aardrijkskunde’ van Israël.
- Het wetenschappelijk onderzoek van het Oude
Testament. - Het
aanleren van enkele liederen.
c. Didactische werkwijze.
Hoor- en discussiecollege.
d. Leermiddelen.
HIPGO-cursus OT van de lector, samengesteld uit
divers materiaal (boeken, tijdschriften, eigen geschreven materiaal) en de bijbel. L
iteratuurlijst:
R.C. Musaph-Andriese, Wat na de Tora kwam: Rabbijnse literatuur van Tora tot Kabbala, Ten Have, Baarn.
M.G.C. Vervenne
& H. Jagersma,
Inleiding in het Oude Testament: deel 1-3, Kok, Kampen.
e. Evaluatie.
Na ieder jaar schriftelijk of mondeling examen over de leerstof.
Contacturen |
|
Studiepunten |
A-B-C jaar: 3 x 3 woensdagen |
|
8 |
1.2. Nieuwe Testament Daniel De Waele
a. Leerdoelen.
Inzicht verwerven in de wijze waarop de
geschriften van het Nieuwe Testament gegroeid zijn rondom de persoon en
boodschap van Jezus Christus en dit tegen de politieke, sociale en
religieuze achtergrond van die tijd.
b. Inhoud.
- Geschiedenis: de Perzische, hellenistische
en Romeinse periode.
- Religieus en sociaal leven in Palestina en
in de Grieks-Romeinse wereld.
- Ontstaan en groei van de
nieuwtestamentische geschriften en canon.
- Overzicht van de nieuwtestamentische
boeken. -
Boodschap en leven van Jezus zoals dat door de evangelisten en Paulus
wordt verkondigd.
- Zoektocht naar de historische Jezus
(kindheidsverhalen, zending, houding t.o.v. de joodse wet, Jezus als
Messias).
c. Didactische werkwijze.
Hoor- en discussiecollege.
d. Leermiddelen.
- Bijbel
- HIPGO-cursussen NT: De wereld van het
Nieuwe Testament, De geschriften van het Nieuwe Testament, Jezus de
Messias. -
‘Geschiedenis van Israël, deel II’, H. Jagersma, Kok, Kampen.
- ‘Social Aspects of
Early Christianity’, A.J. Malherbe, Philadelphia.
f. Evaluatie.
Na elk cursusjaar een schriftelijk examen of
taak over de leerstof.
Contacturen |
|
Studiepunten |
A-B-C jaar: 3 x 3
woensdagen |
|
8 |
1.3 Judaïca Danny Rouges
Leerdoelen.
Algemeen: de eigen
geschiedenis van het jodendom, van vroeger tot nu
is ook voor
christenen
belangrijk omdat de christelijke kerken zich in de geschiedenis probeerden te definiëren door zich af te zetten tegen het Jodendom. Meer dan ooit – o.a. door het vandaag ter beschikking staan van eigen Joods materiaal in literatuur en websites - komt het Jodendom zelf in het zicht.
Deze kennismaking kan ons ook helpen om ook zelf
dieper
te graven.
leerdoelen:
De studenten
oriënteren zich in
de
geschiedenis van het Jodendom.
De studenten maken kennis met de waarden
die het jodendom
zichzelf heeft
eigen gemaakt
in de lange bewogen geschiedenis, waarin men ondanks alles trouw aan de bijbel wilde blijven.
De studenten bevragen het eigen christelijk geloven door zich te laten toetsen door een andere manier van omgaan met de bijbel.
a. Inhoud.
Volgende onderwerpen komen aan bod:
In het A-jaar:
- De politieke geschiedenis van de bijbel.
- Hoe groeit het jodendom?
- De groepen in het jodendom.
- De praktische regeling van het jodendom in België.
- Kennisname van de bibliografie.
- De eigenheid van het Hebreeuws.
In het B-jaar :
- Het liturgisch jaar met de kalender van feest- en treurdagen.
- Een leven trouw aan de thora.
b. Didactische werkwijze.
Hoorcollege met mogelijkheid tot gesprek over het thema. Bezoek in het A-jaar aan een synagoge, met uitleg van de rol in de geschiedenis, de functie en de symboliek van het gebouw, met nabespreking.
c. Leermiddelen.
In het A-jaar:
HIPGO-cursus en K.A.D. Smelik: ‘Herleefde Tijd. Een joodse geschiedenis’, Acco, Leuven, 2004.
In het B-jaar:
A. van der Heide: Het Jodendom, Kok, Kampen, 20053
W. Zuidema: ‘Gods Partner’, Ten Have, Baarn, 19926.
S. Brachfeld: ‘Onze joodse buren’, Houtekiet, Antwerpen, 2000.
d. Evaluatie.
A-jaar: een mondeling examen over de cursus en het boek van prof. Smelik, met evaluatie van een eigen derde bron van informatie.
B-jaar: een mondeling examen over de inhoud van de boeken van dr. Zuidema en dr. van der Heide en over de besproken thema’s.
Contacturen |
|
Studiepunten |
A-jaar: 2 woensdagen
B-jaar: 3
woensdagen |
|
5 |
2. KERK
2.1. Kerkgeschiedenis
Dick Wursten
a. Leerdoelen.
-
De studenten ontdekken dat geschiedenis hen plaatst in een proces waarin ze zelf betrokken zijn
(en waarin zij de leerlingen zullen betrekken).
-
De studenten
oefenen de 'historische blik'.
-
De
studenten kennen de grote lijnen van de kerkgeschiedenis in het algemeen
en Belgie in het bijzonder.
-
De studenten
kunnen inzoomen op de eigenaardigheden van het protestantisme.
b. Inhoud.
De geschiedenis van het christendom.
Hoofdlijnen nodig als kapstok. Echter: niet data en feiten, maar het gebeuren
en hoe het
doorwerkt,
vormt de inhoud.
Geschiedenis
klinkt als 'verleden tijd', maar is een eigentijdse 'narratieve
constructie', met een sterke identitaire en ideologische ondertoon.
De drie grote periodes worden behandeld:
- de Latijnse periode of de geschiedenis tot
aan de Reformatie (A-jaar),
- de Reformatie: het ontvoogdingsproces van
de 16e eeuw waarin de kerk haar plaats heeft (B-jaar)
- het Protestantisme in onze streken. (A-en
B-jaar)
c. Didactische werkwijze.
Hoorcollege, onderwijsleergesprek, opdrachten en discussie.
d. Leermiddelen.
De cursus is een inleiding op wat er in
talloze
boeken en publicaties te vinden is
en bevat op zich geen nieuws. Wel wordt de student zo geinformeerd dat hij
in het vele materiaal op verantwoorde wijze zijn weg kan vinden en ook kaf
van koren kan onderscheiden. Enkele bronnen:
Tim Dowley,
Handboek van de
kerkgeschiedenis (vele edities, ook Engels)
Tim Dowley, Christenen door de eeuwen heen.
O.J. de Jong, Kerkgeschiedenis
O.J. de Jong, Nederlandse kerkgeschiedenis
Voor Luther:
https://luther.wursten.be
G. Blokland, Geloof alleen! Protestanten in België: een
verhaal van 500 jaar (Garant
uitg. 2016 - herdruk 2017)
e. Evaluatie.
A jaar: taak. De student kiest zelf een onderwerp
(persoon)
uit de geziene stof
en schrijft hierover een werkstuk.
B jaar: examen over Luther (cursus) en de Belgische kerkgeschiedenis (capita
selecta uit G. Blokland, Geloof alleen!
hoofdstuk 11-16, pp. 189-275).
Contacturen |
|
Studiepunten |
A-B jaar: 2 x 2 woensdagen |
|
4 |
2.2. Geloofsleer
Raymond R. Hausoul
Inhoud
In dit vak staat het spreken over enige
God centraal. We besteden aandacht aan enkele belangrijke thema’s van de
christelijke geloofstraditie die vorm gaven in de
protestants-christelijke traditie.
Leerdoelen
Cognitieve doelstellingen
Aan het einde van de cursus kunnen de studenten:
1.
Theologische
posities ten opzicht van hun eigen theologie aangeven.
2.
Kruispunten in
de geschiedenis benoemen waarlangs de geloofsleer zich ontwikkelde.
3.
Weergeven hoe
de theologische posities in dialoog staat met haar critici.
4.
Alternatieve
posities in de geloofsleer helder weergeven, wegen en toetsen.
Vaardigheidsdoelstellingen
Aan het einde van de cursus kunnen de studenten:
1.
Argumentaties
over theologische posities op niveau voeren.
2.
Onderscheiden
waar het in de geloofsleer op aan komt.
3.
Waardig hun
positiekeuzen verwoorden in de ontmoeting met andere opvattingen.
Attitudedoelstellingen
Studenten worden door dit programma gemotiveerd:
1.
Zich verder te
verdiepen in de theologische literatuur.
2.
De dialoog met
verscheidene theologische benaderingen te zoeken.
Didactische werkvorm
Hoor- en werkcollege.
Verplichte literatuur
Gijsbert van den Brink
en Cornelis (Kees) van der Kooi.
Christelijke Dogmatiek: Een inleiding.
Zoetermeer: Boekencentrum, 2016.
Evaluatie
De student maakt zowel in het A-jaar als in het B-jaar drie
lesvoorbereidingen voor het PEGO over drie verschillende onderwerpen uit
minimaal twee verschillende hoofdstukken die dat jaar behandeld zijn uit
de verplichte literatuur.
Contacturen |
|
Studiepunten |
A-B jaar: 2 x 2 woensdagen |
|
4 |
RELIGIE(s) en SAMENLEVING
3.1 Levensbeschouwelijke oriëntatie
Voorheen:
wereldchristendom,
en andere religies en levensbeschouwing.
(pro memorie:
Dit is het CERTIFICAATSVAK
'wereldgodsdiensten')
Jart Voortman, Daniel De Waele (en gastlectoren)
ALGEMEEN DOEL: kennismaking met de diverse manifestaties van religie en
levensbeschouwing en de godsdienstwetenschappelijke en -filosofische
vragen die daarmee samenhangen.
Aanbod komen: Kennismaking met Oosterse godsdiensten, islam, atheïsme en
wereldchristendom. Specifieker wordt ingegaan op het thema Geloof en
wetenschap.
a. leerdoelen
Kennismaking met andere levensbeschouwingen in
hun uitgangspunten en diversiteit.
Invoelen waarom mensen andere keuzes maken dan de protestants-evangelische
Ontwikkeling van een '(multi-)religieuze geletterdheid'
Beargumenteerd standpunt kunnen innemen over de rol/betekenis van levensbeschouwing in
een mulit-levensbeschouwelijke samenleving (achtergrond ILC's)
b. inhoud
1A. Bespreking atheïsme en secularisatie. (Dit
onderwerp sluit aan bij de richting NCZ)
Verschillende vormen van atheïsme worden besproken.
Overzicht van thema’s in de
discussie tussen theïsten en atheïsten.
1B. Geloof en Wetenschap
2. Kennismaking met
de islam.
Analyse van de wijze waarop in de Koran met de
Bijbel wordt omgegaan.
Beschrijving van de mate waarin de veroveringen
van de Islam gewelddadig waren in de tijd van Mohammed en erna.
Een moslimdeskundige wordt in de gelegenheid
gesteld een reactie te geven.
3. Kennismaking met de Oosterse godsdiensten
(Hindoeïsme en Boeddhisme).
4. Wereldchristendom
Inzicht verwerven in manifestaties van het
christendom in Afrika, Zuid-Amerika en Azië.
Verstaan hoe theologische ontwerpen
verbonden zijn met cultuur en sociaal-maatschappelijke contexten
Kunnen omgaan
met diversiteit binnen het christendom in het algemeen en het protestantisme in
het bijzonder.
didactische werkwijze
Toelichting op het aangeboden lesmateriaal,
uitwisseling en opdrachten in kleine groepen, media, debat, case-studies,
tekstanalyse
d. leermiddelen
HIPGO-cursussen
- interlevensbeschouwelijke competenties
e. evaluatie
deelname aan de colleges. En per module een
taak of een opdracht.
Contacturen
(B 2 woensdagen/ C 3 woensdagen) |
Studiepunten |
B-jaar: 1: atheïsme/levensbeschouwing/ILC; 2. islam
C-jaar 3. geloof-wetenschap; 4. oosterse religies; 5. wereldchristendom |
4 |
3.2.
Maatschappelijke oriëntatie
Jart Voortman
a. leerdoelen
De studenten beseffen dat maatschappelijke
thema’s een onderdeel zijn van de ethische bewustwording bij
hun leerlingen.
b. inhoud
Oorsprong van de moderne 'westerse waarden'.
Invloed van christelijk geloof, de Verlichting?
De rol van de kerk in de samenleving in de
19e eeuw. De rol
van de kerk in de samenleving in de 20e eeuw: Karl Barth, Dietrich
Bonhoeffer. Vragen
en dilemma’s bij christelijke politiek.
Op zoek naar een algemeen begrip van goed en kwaad
c. didactische
werkwijze Onderwijs leergesprek, bespreking van casussen en leesteksten in
groepsverband, toelichting materiaal en discussie.
d. leermiddel
- HIPGO-cursus De
christen in de maatschappij
e. evaluatie
- deelname aan het college
- maken van een samenvatting aangevuld met een
uitgewerkte opinie
Contacturen |
|
Studiepunten |
A-jaar: 1
woensdag |
|
1 |
ALGEMEEN
4.1. Filosofie Dick Wursten
versie 20200205
a. Leerdoelen.
Kennismaken met de filosofie
(geschiedenis, hoofdvragen) en oefenen in filosoferen.
b. Inhoud.
Kennismaking:
- Een algemene inleiding: ‘wat is filosofie?’ en ‘waartoe dient filosofie?’
- Geschiedenis van het ontstaan van de filosofische vraag en de ontwikkeling ervan tot aan Socrates
(Plato).
Oefenen:
- Schematisch overzicht van de ‘vragen’ die in de filosofie aan de orde komen en de verschillende wijzen waarop deze behandeld werden en worden.
- Samen lezen en bespreken van enkele korte filosofische/ethische teksten.
c. Didactische werkwijze.
Hoorcollege, leergesprek, gezamenlijke tekstlezing en groepsgesprek.
d.
Materiaal
Gekopieerde overzichten,
ppts, en
vertaalde
filosofische
kernteksten
Naslagwerken.
'het verhaal van de filosofie, Bryan Magee (1999, Ambo)
‘Geschiedenis van de filosofie’, H.J.Störig (1950,
eindeloos vaak herdrukt, Prisma).
‘De wereld van Sofie’, J.Gaarder, Antwerpen, 1994.
'Kritische gechiedenis van de westerse wijsbegeerte'
H. Oosthout (2015)
e. Evaluatie.
A-jaar: Schriftelijke examen over de
klassieke filosofie op grond van de gevolgde cursus en 'De wereld van
Sofie' (p. 38-134 - d.w.z. tot en met het stuk over Aristoteles)
Vragen betreffen zowel de tekst uit het boek als de wijze waarop in de
cursusmiddag bepaalde elementen daarvan naar voren zijn gehaald.
B-jaar:
Mondeling examen
over de leerstof.
Contacturen |
|
Studiepunten |
A-B jaar 2x 1 woensdagen |
|
2 |
4.2.
Ethiek
Ernst Veen
a. Leerdoelen.
Kennismaken met de christelijke
ethiek (is ‘dienen’ het proprium van bijbelse/christelijke ethiek?)
Kunnen
onderscheiden
tussen
meta-ethiek, normatieve en praktische ethiek.
Kennis verwerven van het ethisch
vocabulaire (waarde en norm, neiging en plicht, imperatief en wet, zijn en
moeten e.d.).
Inzicht verkrijgen in verschillende
ethische benaderingen, zoals utilisme en postmodernisme.
b. Inhoud.
Inhoudelijk worden de doelstellingen
verwezenlijkt aan de hand van:
- werk van Dietrich Bonhoeffer,
- gerechtigheid als casus (de bijbel over gerechtigheid en gerechtigheid volgens
het neoliberalisme),
- ‘Europa’: economisch continent of nieuwe waardengemeenschap in de maak?
c. Didactische werkwijze.
De lector geeft steeds een (korte)
introductie, leest teksten met de studenten, behandelt een casus (bijvoorbeeld
uit de gezondheidszorg) en leidt de discussie.
d. Leermiddelen.
Teksten uit bijbel, boek, artikel,
video, bord, werkoefeningen en ervaringen van de studenten.
‘De Bergrede. Steunpunt van de
vrijheid’, M. den Dulk, Meinema, Zoermeer, 2001.
‘Christelijke ethiek. Een inleiding
met sleutelteksten’, G.G. de Kruijf, Meinema, Zoetermeer, 1999.
‘Odyssee van de vrijheid. Ethiek
voorbij de tweespalt’, Jurjen Wiersma, Damon, Budel, 2001.
‘Goede machten. Ethiek in een boze en
broze wereld’, Jurjen Wiersma, Damon, Budel, 2004.
‘Een
wiel dat draait. Ethiek en identiteits(her)vorming’,
Jurjen Wiersma, Skandalon, Vught 2007.
e. Evaluatie.
1° Een persoonlijk verslag door elke
student over de leerroute die werd afgelegd.
2° De student krijgt een casus mee en
de opdracht om deze ethisch te belichten, waarna bespreking volgt in de groep.
Contacturen |
|
Studiepunten |
B-jaar: 1
woensdag
C-jaar: 2 woensdagen |
|
3 |
4.3. Hermeneutiek Dick Wursten
a. Leerdoelen.
De studenten ontdekken dat van de woorden van een zin naar de zin van de woorden een lange weg loopt, waarop allerlei historische, levensbeschouwelijke en persoonlijke factoren een rol spelen
De studenten leren algemene hermeneutische inzichten toepassen op de lezing,
interpretatie en gebruik van bijbelverhalen .
De studenten beheersen diverse lees-wijzen en interpretatiemodellen van de Bijbel
.
De studenten worden zich bewust dat een zorgvuldige omgang met de bijbel in de lessen PEGO
noodzakelijk is.
b. Inhoud.
-
Overzicht van de oudkerkelijke en reformatorische opvattingen over de verschillende niveau’s van de uitleg van een geïnspireerde tekst.
- Duiden hoe
de boodschap (betekenis, waarheid) van een tekst mede bepaald wordt door de historische omstandigheid waarin de uitleg van
een
tekst plaatsvindt.
- Inzicht in de basisinzichten van de hermeneutiek als mens-wetenschap
(Dithey, Gadamer)
c. Didactische werkwijze.
Hoorcollege, leergesprek, gezamenlijke tekstlezing,
voorbeelden bespreken en groepsgesprek.
d. Leermiddelen.
HIPGO-cursus (teksten uit verschillende bronnen en de bijbel).
Hermeneutisch overzicht: ‘Sleutel en slot’, H.W. De Knijff, Kok-Kampen 1980.
‘Woorden tegen willekeur’, H.W.De Knijff, Kok-Kampen, 1989.
'Met dank aan Hermes. Tien oefeningen in
bijbellezen', Sam Janse (ebook, 2011)
e. Evaluatie.
A-jaar: taak
C-jaar:
Mondeling examen over
opgegeven leerstof (cursus).
Contacturen |
|
Studiepunten |
A-jaar 1 woensdag
C jaar: 2 woensdagen |
|
3 |
Leerplan PEGO, Protestantse
Godsdienstpedagogiek,
Muzische vorming en bijbel
Dick Wursten, Erna Modders, Gaby Labeur
Deze module is bedoeld voor studenten die elders
hun pedagogische bekwaamheid behalen (of hebben behaald) en die het diploma
van HIPGO willen verkrijgen. De cursus is
complementair aan het behaalde diploma (bewijs van bekwaamheid). Welke
onderdelen de individuele student moet volgen
wordt bepaald door het Pedagogisch college en is afhankelijk van de reeds gevolgde
opleiding/het behaalde pedagogische diploma. De leerdoelen zijn algemeen geformuleerd. De cursus
wordt ingericht als er voldoende belangstellenden zijn.
Leerdoelen:
a. Leerplan PEGO en godsdienstpedagogiek;
1. de studenten kennen het leerplan PEGO en
verstaan de godsdienstpedagogische visie ervan.
2. De studenten kunnen het leerplan PE GO plaatsen tegen de achtergrond van algemene
(godsdienst-)pedagogische opvattingen.
3. De studenten kennen hun rol als
leerkracht PEGO binnen de context van het officiële onderwijs.
b. Muzische vorming en bijbelgebruik
1. De studenten kunnen hun didactische methoden verbinden met de Muzische
Vorming zoals die in het onderwijs gemeengoed zijn
2. De studenten kunnen op creatieve en uitdagende manieren bijbelse verhalen
gebruiken als leermiddel en als lesimpuls.
Contacturen |
|
|
3-5
woensdagen |
|
|
|